Van de voorzitter: rijden met een vliegtuig

July 6th, 2023

Iedere vlucht is een avontuur, maar dat geldt zeker voor het rijden met een vliegtuig. Toegegeven, het is niet meer zoals bij de GSA waar een rit met aanhanger geen avontuur was maar een gok. Het rijden met de aanhanger is meestal niet het probleem. Dat begint pas als je de weg af gaat. Afgelopen zomer heb ik in de Pyreneeën gevlogen. Na een mooie vakantie was het mijn beurt om het vliegtuig mee terug te nemen. Goed voorbereid als altijd had ik Compiègne net ten noorden van Parijs als overnachtingsplek uitgezocht. Een plaats dicht bij de snelweg met een klein vliegveldje en een aantal hotels.

De reis verliep zonder problemen en rond half elf kwam ik aan bij Compiègne. De navigatie leidde mij naar het vliegveld dat op een soort van bedrijventerrein lag. Bij de ingang van het bedrijventerrein krijg ik het eerste teken dat men hier geen zweefvliegers gewend is. Boven de weg hangt een balk. Volgens het bordje op 2,20 meter. Ik stap uit en probeer in te schatten of het kielvlak van de aanhanger onder de balk door gaat passen. Vlak achter de balk ligt een verkeersdrempel die de bewegingen van de aanhanger wat onvoorspelbaar maken. Het wordt krap maar er is maar één manier om erachter te komen. Ik rijd door totdat de aanhanger half onder de balk door is. Ik stap uit, kijk en rijd weer een stukje verder. Dit proces herhaalt zich in steeds kleinere stapjes. Uiteindelijk blijkt er ongeveer nog een hand te passen tussen de balk en de aanhanger. Hindernis genomen.

Eenmaal op het terrein sla ik linksaf en kom bij het vliegveld. Nu nog even snel een handige plek vinden om de aanhanger te parkeren. Ik stap uit en kijk rond. Op dat moment stopt er een auto achter de aanhanger. Ik besef dat ik midden op de weg sta en wil net mijn auto wat verder zetten als er twee gendarmes uitstappen. Oké, kalm blijven. Ik heb nog niets verkeerds gedaan hoop ik. Wat ik hier doe, vragen de gendarmes in hun beste Frans. Moet ik dat echt uitleggen? Nu is mijn Frans nooit heel bruikbaar geweest, maar na vijf weken Spanje komen er alleen maar Spaanse woorden in mij op. “Pour moi aussi” gaat mij deze keer ook niet redden. Veel verder dan “España, demain Holanda” kom ik niet. Gelukkig doen de gendarmes hun best om mij te begrijpen. Eentje begint wat in te typen op zijn telefoon en toont mij het resultaat in de vertaal-app. Zonder mijn leesbril had het er echter net zo goed in het Frans kunnen staan. Na wat handen- en voetenwerk over en weer weet ik de gendarmes duidelijk te maken dat ik alleen maar de aanhanger wil parkeren. Hoe laat zal ik morgen weer vertrekken? Om 7 uur? Ik maak er 9 uur van. Het is tenslotte nog vakantie. Oké, maar daar is autorisation voor nodig. Die heb ik natuurlijk niet. Ik zie mijzelf al doorrijden naar Cambrai.

De behulpzame bui van de gendarmes is echter nog niet over. Ze gaan even iemand bellen om autorisation te vragen. Eén telefoontje worden er twee en dan drie. Na 20 minuten bellen komt het verlossende woord dat ik de aanhanger op het gras mag parkeren. Ik loop snel een rondje over het gras om te kijken of er geen kuilen of obstakels zijn. Daarna vlug de aanhanger geparkeerd onder het toeziend oog van de gendarmes. Na mijn contactgegevens te hebben opgeschreven en nogmaals beloofd te hebben dat ik de volgende dag om 9 uur weg zou zijn, vertrekken de gendarmes met een “bon soir”. Ik kan op zoek naar een hotel. Ging het altijd maar zou makkelijk.

Martijn

Van de voorzitter: heel normaal

May 6th, 2022

 Normaal gesproken zou in de Gazette ook de uitnodiging voor de dies staan. De kans is echter klein dat het vieren van de dies op de gebruikelijke wijze mogelijk is. Maar je moet altijd blijven geloven in het reddende belletje. Vorig jaar hebben we de dies al moeten overslaan. Achteraf gezien hebben we twee jaar geleden geluk gehad dat we dies konden vieren nog onwetend van de komende lockdown.

Ik weet zeker dat we in de toekomst weer de dies kunnen vieren maar veel mensen vragen zich af of we ooit weer terugkeren naar normaal. Wat deze mensen niet beseffen is dat wat we als normaal beschouwen altijd een momentopname is. Wat gisteren normaal was is dat vandaag niet meer. Wat vandaag normaal is is dat morgen niet meer. Als u mij niet gelooft vraag het dan maar aan Zwarte P. te S.

Normaal is wat wij op dit moment niet vreemd vinden. Hierbij is “wij” een geheel toevallige en willekeurige groep van mensen. Wij van de GSA vonden het vroeger bijvoorbeeld heel normaal dat je een auto moest aanduwen en dat werkende remmen niet vanzelfsprekend waren. Een kapotte brandstofmeter was geen probleem. De tank was toch altijd leeg. Ook dat je de deur niet gebruikte maar over een paar banken moest klimmen om het voertuig via de achterklep te verlaten was niets bijzonders. Nieuwe leden vonden dat soms wel raar maar dat maakte ze ook tot nieuw.

Dat iets normaal is betekent nog niet dat je het moet uitleggen. Vaak heb ik aan niet-zweefvliegers moeten uitleggen dat vliegen in een vliegtuig zonder motor heel normaal is. Mensen denken dat een vliegtuig zonder motor neerstort. Dat is een beetje hetzelfde als zeggen dat een auto zonder motor een botsing krijgt. Het is de piloot die zorgt dat een vliegtuig niet neerstort. Een motor is alleen maar voor piloten die geen bochten kunnen of willen vliegen. Meestal overtuigt dat de mensen niet. Ik geef natuurlijk niet op. Ik begin dan een voor ieder normaal mens te begrijpen betoog over liftcoëfficiënten, wet van Bernoulli, adiabatische krommen en polaires waarbij ik tactisch de moeilijkere onderwerpen weet te vermijden. Toch word ik aangestaard alsof ik gek ben. Dat is voor mij inmiddels gewoon.

De dies zullen we weer vieren. Ik weet helaas nog niet waar en wanneer. Ook weet ik niet of we dan elkaar een hand geven, mondkapjes dragen of misschien zelfs een vaccinatiewisselbeker uitreiken. Ik weet één ding wel zeker. Na een paar biertjes lijkt alles weer normaal.
Martijn Pluim

Van de voorzitter: aan de ton

February 13th, 2021

Het is inmiddels al vele jaren geleden dat ik het plan opvatte om lid te worden van de GSA. Ik was op een informatieavond geweest en had een dagje meegevlogen. Een zweefvliegkampje leek mij daarom wel wat. Een optie was om met pen, schaar en postzegels aan de slag te gaan om het opgaveformulier in de Steek in te vullen en op te sturen naar de postbus. Ik twijfelde echter over hoe snel en zeker ik een antwoord zou kunnen verwachten via deze route. Tot zover had de GSA niet echt een overgeorganiseerde indruk gemaakt. Beter was het om mij in persoon op te geven. Volgens de Steek was er iedere donderdag een borrel dus dat leek mij de uitgelezen mogelijkheid. Gelukkig stond op de achterzijde een advertentie van Havenzicht met het adres. Zo liep ik op donderdagavond Havenzicht in. Na enig zoeken vond ik achterin een ton waaraan een aantal gezichten zaten die ik herkende. “Ik wil lid worden” gooide ik in de groep. “Mooi. Je bent aan de beurt “ was het antwoord.

Sindsdien ben ik nog vaak aan de beurt geweest. Op de borrel was de simpele regel dat als je binnenkwam een rondje gaf. Vervolgens ging je aan de ton zitten om de biertjes weer terug te ontvangen. Even naar de borrel gaan was geen optie. Dat gaf ook niet. De borrel was de plaats waar zaken geregeld werden en nieuwtjes gedeeld (rondje!). Aan de ton was de plek om mooie en sterke (vlieg)verhalen te horen en te vertellen. Daarbij maakte het niet uit hoe vaak een verhaal al verteld was. De historie moest overgeleverd worden. Zodat we ons blijven herinneren dat er ook een tijd was zonder parkeer-apps. Soms was er ook tijd voor meer wetenschappelijke onderwerpen. “Brandt het of smelt het” was hierbij favoriet. Natuurlijk werd deze discussie gevoerd op basis van ter plekke verzamelde empirische gegevens.

Door deskundigen heb ik mij wel eens laten becijferen dat we in Havenzicht in de loop der jaren vliegtuigen hebben omgezet in bier. Maar goed net zoals zweefvliegen moet je gezelligheid niet in geld willen uitdrukken. Net zo min als in tijd. Havenzicht had die tijdloze kwaliteit waardoor het altijd vertrouwd aanvoelde. Of je er gisteren nog had gezeten. Zelfs in de afgelopen jaren toen ik er alleen nog maar met de dies kwam. Helaas bleek de tijd uiteindelijk wel vat te hebben op Havenzicht. Afgelopen zomer is Havenzicht gesloten. Bé vond het mooi geweest en wie kan hem ongelijk geven. De eigenaar van het pand zag meer in een woonhuis dan een café. Aan de ene kant is het jammer dat we niet meer naar Havenzicht kunnen. Hoewel, we kunnen altijd nog een keertje aanbellen. Aan de andere kant is het voordeel dat Havenzicht voor mij altijd blijft zoals het was. Ik loop niet het gevaar om ooit geconfronteerd te worden met een Havenzicht nieuwe stijl voor mensen die biertjes met smaakjes drinken.

Ik denk met veel plezier terug aan de tijd in Havenzicht. En wat is er mooier dan deze herinneringen te kunnen delen met lotgenoten? Waar kan ik mij aanmelden als oud-bezoeker?

Van de voorzitter: aangename afleiding

February 8th, 2020

Als je ergens mee bezig bent dan moet je je niet laten afleiden. Iedere verstoring haalt je uit je routine en vergroot de kans dat je iets vergeet. Dat geldt zeker op een zweefvliegveld, bijvoorbeeld bij het monteren van het vliegtuig of de dagelijkse inspectie. Ik heb geleerd dat je bij een verstoring tijdens de inspectie moet stoppen en weer van vooraf aan moet beginnen. Zoals altijd is dat makkelijker gezegd dan gedaan.
Afgelopen zomer was ik in Spanje op het platform de dagelijkse inspectie aan het doen. Het was gelukkig erg rustig op het platform zodat ik ongestoord kon werken. Halverweg de inspectie zie ik echter uit mijn ooghoek drie mannen in gele hesjes het platform op kuieren. Ik hoop dat ze niet mijn kant opkomen en zorg dat ik niets doe wat hun aandacht kan trekken. Na enige aarzeling komen de heren toch mijn kant op. Ik negeer ze en ga verder met de inspectie.

Ik heb net de rechtervleugel geïnspecteerd en moet alleen nog de voorkant van de romp. Op dit moment zijn de heren zo dicht genaderd dat zij mij aanspreken “Hola”. Ik reageer niet en ga stug door. Na nog twee pogingen met “Hola” wordt er overgeschakeld op het Engels. Ook dit geeft geen reactie van mij. Ik moet nu alleen de inspectie nog aftekenen. Gelukkig maar want op ieder moment kan een van de heren zich ontpoppen als doventolk.

Na het aftekenen begroet ik de heren vriendelijk. Hierop stellen de heren zich voor als inspecteurs van de Luchtvaartinspectie. Ze doen een inspectie van het veld en willen ook graag mij en het vliegtuig inspecteren. Ik probeer nog te ontkomen door aan te geven dat het vliegtuig Nederlands geregistreerd is maar dat wordt weggewuifd. Een van de heren pakt zijn map en trekt er een vers formulier uit. Er wordt begonnen met “Name? Address?” als makkelijke opwarmertjes. Daarna wil hij papieren zien, veel papieren. Ik laat mijn brevet en medical zien. Vervolgens gaan we verder met de vliegtuigpapieren. Er worden driftig zaken afgevinkt op het formulier.

Terwijl ik alle vragen beantwoord laat ik mij bijna afleiden door de andere twee heren waarvan de een ons vliegtuig gebruikt om de ander de basisprincipes van de besturing uit te leggen. “No safety equipment” doet mij weer concentreren op mijn taak. Het klinkt meer als een constatering dan een vraag dus beaam ik het maar. De chute met een verlopen levensduur lijkt mij niet het vermelden waard. Daarna gaan we over naar de vluchtvoorbereiding. Ik meld trots dat ik de notams bestudeerd heb. De vraag over luchtvaarkaarten is lastiger. De Spaanse ICAO-kaarten zijn niet echt geschikt voor het zweefvliegen dus die heb ik niet. Om aan te komen zetten met mijn zelf gemaakte kaarten is ook geen goede optie.

Mijn hoop is gevestigd op de vluchtcomputer. Ik zet hem aan en laat de inspecteur de schermen met alle luchtruimgegevens zien. Dat wordt gelukkig geaccepteerd met slechts de opmerking dat de gegevens tenminste iedere 28 dagen moeten worden bijgewerkt. Ik beloof beterschap. Hiermee is de inspectie afgerond. De inspecteur zet resoluut zijn handtekening op het formulier, klapt zijn map dicht en sluit af met een “Gracias”. Voor mij het teken om mij weer te richten op het perfectioneren van de kunst van het vriendelijk negeren. De heren vervolgen hun weg over het om verklaarbare redenen uitgestorven platform.

Ik hoop dat dit stukje u even een aangename afleiding heeft kunnen bieden tenminste als u niets aan het doen was.

Martijn Pluim